Hoogsaksisch
Nederlands
ISO 639-3 |
---|
sxu |
bestand |
Uitspraak
- Geluid: Hoogsaksisch (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhoxsɑksis / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- Hoog·sak·sisch
Woordherkomst en -opbouw
- leenvertaling van Duits Obersächsisch, samenstelling van hoog bn en Saksisch en , aaneengeschreven met één hoofdletter volgens spellingregel 16.I onder (1)
enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
---|---|---|---|
naamwoord | Hoogsaksisch | - | - |
verkleinwoord | - | - | - |
Eigennaam
het Hoogsaksisch o
- geen meervoud (taal) Hoogduits dialect gesproken door 2 miljoen mensen, vooral in de Duitse deelstaat Saksen
- Hij kon haar Hoogsaksisch goed begrijpen.
- ▸ Bijzonder viel de spraakbehandeling van deze acteurs op, die consequent Hoogsaksisch spraken.[1]
Synoniemen
- Oppersaksisch
Gangbaarheid
- Het woord 'Hoogsaksisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Duitse tv met prachtig oudejaarsprogramma in: De Telegraaf (3 januari 1974), Dagblad De Telegraaf, Amsterdam
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.