Katz
| Niet te verwarren met: katz, Katze |
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- Katz
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van de Oudhoogduitse zelfstandige naamwoorden kazza, v en kazzogoh, m
| enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
|---|---|---|---|---|
| nominatief | en Katz | die Katz | Katze | die Katze |
| datief | re Katz | der Katz | Katze | de Katze |
| accusatief | en Katz | die Katz | Katze | die Katze |
Zelfstandig naamwoord
Katz, v
- (roofdieren) kat, zoogdier uit de familie Felidae
Typische woordcombinaties
- Die Katz maunzt.
De kat miauwt.
Afgeleide begrippen
- Katzedreck
- Katzefisch
- Katzegegrisch
- Katzegraut
- Katzschwans
- Katzevoggel
- Katzeyammer
Verwante begrippen
- Bussli (verkleinvorm)
Uitdrukkingen en gezegden
- Des iss fer die Katz!
iets is zonder succes
- Katz!
Duvel op!
Flikker op!
Ruk in!
Sodemieter op!
Verdwijn!
Flikker op!
Ruk in!
Sodemieter op!
Verdwijn!
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.