Kazaška
Slowaaks
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
Kazaška v
- (demoniem) Kazachse; een vrouw met de Kazachse nationaliteit
- (demoniem) Kazachse; een vrouw behorend tot het Kazachse volk
Verwante begrippen
- Kazachstan m
- kazachstánsky
- kazašský
- kazaština v
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /kazaʃka/
Woordafbreking
- Ka·zaš·ka
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
Kazaška v
- (demoniem) Kazachse; een vrouw met de Kazachse nationaliteit
- (demoniem) Kazachse; een vrouw behorend tot het Kazachse volk
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | Kazaška | Kazašky |
genitief | Kazašky | Kazašek |
datief | Kazašce | Kazaškám |
accusatief | Kazašku | Kazašky |
vocatief | Kazaško | Kazašky |
locatief | Kazašce | Kazaškách |
instrumentalis | Kazaškou | Kazaškami |
Hyperoniemen
- Evropanka v
Verwante begrippen
|
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.