Kino
Duits
Uitspraak
- Geluid: Kino (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkiːno /
Woordafbreking
- Ki·no
Woordherkomst en -opbouw
- Verkorting van het Duitse zelfstandige naamwoord Kinematograf resp. Kinematograph
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | das Kino | die Kinos |
genitief | des Kinos | der Kinos |
datief | dem Kino | den Kinos |
accusatief | das Kino | die Kinos |
Zelfstandig naamwoord
Kino, o
- (filmkunst), (bouwkunde), (afkorting), (verkorting) bioscoop
- «Das Kino ist vom Bahnhof aus zu Fuß erreichbar.»
- De bioscoop bevindt zich op loopafstand van het station.
- «Das Kino ist vom Bahnhof aus zu Fuß erreichbar.»
Afgeleide begrippen
|
|
|
Verwante begrippen
- Theater
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.