Kochgefäß
Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈkɔxgəˈfɛːs /
Woordafbreking
- Koch·ge·fäß
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van kochen ww "koken" en Gerät zn "gereedschap"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | das Kochgefäß | die Kochgefäße |
genitief | des Kochgefäßes | der Kochgefäße |
datief | dem Kochgefäß | den Kochgefäßen |
accusatief | das Kochgefäß | die Kochgefäße |
Zelfstandig naamwoord
Kochgefäß, o
- (kookkunst): kookgerei, kookvat, pan
- «In Asien ist der Wok oft das einzige Kochgefäß, mit dem alles gegart wird.»
- In Azië is de wok vaak het enige kookvat waarmee alles wordt gekookt.
- «In Asien ist der Wok oft das einzige Kochgefäß, mit dem alles gegart wird.»
- Zwei chinesische Köche mit einem Kochgefäß: ein Kochkessel
Twee Chinese chef-koks met een kookvat: een kookketel
Hyperoniemen
- Küchengerät zn
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.