Mauer

Duits

Zelfstandig naamwoord

Mauer v

  1. (bouwkunde) muur


Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • Mau·er
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Mauerdie MauerMauredie Maure
datief re Mauerder MauerMaurede Maure
accusatief en Mauerdie MauerMauredie Maure

Zelfstandig naamwoord

Mauer, v

  1. (bouwkunde) muur
    «Mir hen es RegieringGebei (Reichstag), der Brandenburger Dier un der Berline Mauer gsehne.»
    We zagen het regeringsgebouw (Reichstag), de Brandenburger Poort en de Berlijnse muur.
Hyponiemen
  •  Fliggelmauer zn 
  •  Fundementmauer zn 
  •  Kaerichhofmauer zn 
  •  Karichhofmauer zn 
  •  Schteemauer zn 
Afgeleide begrippen
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.