Polizei
Duits
Uitspraak
- Geluid: Polizei (hulp, bestand)
- IPA: /ˌpoliˈʦaɪ̯/
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
Polizei v
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | die Polizei | die Polizeien |
genitief | der Polizei | der Polizeien |
datief | der Polizei | den Polizeien |
accusatief | die Polizei | die Polizeien |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Polizei in: Wolfgang Pfeifer et al.Etymologisches Wörterbuch des Deutschen, digitalisierte und von Wolfgang Pfeifer überarbeitete Version im Digitalen Wörterbuch der deutschen Sprache (1993) op dwds.de
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.