Schpiel

Niet te verwarren met: schpiel

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ʃpiːl /
Woordafbreking
  • Schpiel
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Middelhoogduitse woord  spil zn 
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Schpieles SchpielSchpieledie Schpiele
datief me Schpielem SchpielSchpielede Schpiele
accusatief en Schpieles SchpielSchpieledie Schpiele

Zelfstandig naamwoord

Schpiel, o

  1. spel
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.