Suppenschüssel

Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈzʊpn̩ˌʃʏsl̩ /
Woordafbreking
  • Sup·pen·schüs·sel
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 132719
enkelvoud meervoud
nominatief die Suppenschüsseldie Suppenschüsseln
genitief der Suppenschüsselder Suppenschüsseln
datief der Suppenschüsselden Suppenschüsseln
accusatief die Suppenschüsseldie Suppenschüsseln

Zelfstandig naamwoord

Suppenschüssel, v

  1. (huishouden), (kookkunst) soepterrine
    «In diesem Augenblick brachte die Haushälterin die dampfende Suppenschüssel herein, und sogleich machte sich ein unangenehmer Zwiebelgeruch bemerkbar. [1]»
    Op dat moment bracht de huishoudster de dampende soepterrine binnen en meteen hing er een onaangename geur van uien in de lucht.
Synoniemen
Verwante begrippen
  •  Suppentasse zn 

Verwijzingen

  1. "Schauspieler." von Erwin Schmidhuber
    Krant: Münchner neueste Nachrichten, 29. April 1906, Seite 1
    Archief: MDZ Münchener ArchivierungsZentrum Digitale Bibliothek
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.