Umkleide

Duits

Uitspraak
  • IPA: /ˈʊmklaɪ̯də/
Woordafbreking
  • Um·klei·de
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

Umkleide v

  1. (spreektaal) kleedhokje, kleedkamer
    «Es gab überhaupt keine Umkleiden in diesem Geschäft.»
    Er waren helemaal geen kleedkamers in deze winkel.
Verbuiging
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyperoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.