Wein
Duits
Uitspraak
- Geluid: Wein (hulp, bestand)
- IPA: /vaɪ̯n/
Woordafbreking
- Wein
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Latijnse woord vinum.
Zelfstandig naamwoord
Wein m
- (plantkunde) Vitis vinifera wijn
- (plantkunde) Vitis wijnstok
- (oenologie), (drinken) wijn
- (drinken) een wijnachtige drank
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | der Wein | die Weine |
genitief | des Weines des Weins | der Weine |
datief | dem Wein dem Weine | den Weinen |
accusatief | den Wein | die Weine |
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
|
|
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.