West-Fries

Niet te verwarren met: Westlauwers Fries

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  West-Fries    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɛstfris/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • West-Fries
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van  West-Friesland en , op te vatten als samenstelling van  west bn  en  Fries zn , geschreven met een koppelteken volgens spellingregel 6.E en hoofdletters volgens spellingregel 16.F en spellingregel 16.I [1] [2]
Opmerkingen
  • Dit woord kan op twee manieren verwarring wekken.
  1. Internationaal worden het Nederlandse Friesland en Fries soms beschreven als "West-Friesland" en "West-Fries" als tegenhanger van het Duitse "Ostfriesland" en "Ostfrisisch".
  2. Binnen Nederland zouden "West-Friesland" en "West-Fries" ook betrekking kunnen hebben op het westen van de provincie Friesland, maar ze zijn in die betekenis niet gangbaar.
enkelvoud meervoud
naamwoord West-Fries
verkleinwoord
enkelvoudbezitsvorm meervoud
naamwoord West-Fries- -
verkleinwoord -- -

Eigennaam

hetWest-Frieso

  1. geen meervoud (taal) de Hollandse dialecten gesproken in het noorden van Noord-Holland, die sterk zijn beïnvloed door de Friese taal
     Gloimen is West-Fries voor glimlachen, binnenpretjes hebben.[3]
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord West-Fries West-Friezen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deWest-Friesm

  1. (demoniem) iemand die in West-Friesland woont of daaruit afkomstig is
     Met een wollen deken over zijn magere schouders en een warme kop thee in zijn handen zegt deze nuchtere West-Fries: „Zolang de dood er is, moet je vrezen voor je leven!”[4]
Schrijfwijzen
  • Westfries (tot 1996)
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen West-FriesWest-FrieserWest-Friest
verbogen West-FrieseWest-FriesereWest-Frieste
partitief West-FriesWest-Friesers-

Bijvoeglijk naamwoord

West-Fries

  1. (demoniem) verwant aan of met betrekking tot de de streek West-Friesland
     Peerdeman: „De West-Friese cultuur is er één van hard werken en niet zeuren. Over gevoelens en problemen wordt gezwegen.”[5]
  2. behorend tot of betrekking hebbend op de West-Friese taal
     Hij spreekt Nederlands zoals hij het ooit leerde, met een West-Fries accent.[6]
Schrijfwijzen
  • Westfries (tot 1996)
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord West-Fries staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Westfriesland / West-Friesland” (25 februari 2013) op onzetaal
  3. Weblink bron
    Ad Nuis & Arthur van den Boogaard
    “Na 54 jaar weer gloimen op de foto” (22 mei 2017) op nrc.nl
  4. Weblink bron
    Herbert Blankesteijn
    “Nuchter” (21 februari 2014) op nrc.nl
  5. Weblink bron
    Julie Wevers
    “Paniek in West-Friesland” (24 september 2010) op nrc.nl
  6. Weblink bron
    Rinskje Koelewijn
    “‘Twee of meer talen leren? Je kind kan het’” (16 november 2017) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.