Winder

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • Win·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van he Duitse woord  Winter zn 
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Winderes WinderWindredie Windre
datief me Winderem WinderWindrede Windre
accusatief en Winderes WinderWindredie Windre

Zelfstandig naamwoord

Winder, m

  1. (tijdrekening) winter
    «Selle Winder hemmer viel Schnee un Eis ghatt.»
    Deze winter hebben we veel sneeuw en ijs gehad.
Schrijfwijzen
Antoniemen
Hyponiemen
  •  Blaeckbeerewinderwinder zn 
  •  Noochwinder zn 
  •  Vorwinder zn 
  •  Wildkaschewinderinder zn 
Afgeleide begrippen
  •  Winderappel zn 
  •  Winderbeer zn 
  •  Winderdaag zn 
  •  windere ww 
  •  Winderfrucht zn 
  •  Windergleeder zn 
  •  Windergraut zn 
  •  Windergrie zn 
  •  Winderhols zn 

| |

  •  winderisch bn 
  •  Winderfrucht zn 
  •  Windermariye zn 
  •  Windermarye zn 
  •  Windermonet zn 
  •  Windermunet zn 
  •  Windernacht zn 
  •  Winderobscht zn 
  •  Winderreddich zn 

| |

  •  winders bw 
  •  Winderschloof zn 
  •  Winderschpiele zn , mv
  •  Winderseit zn 
  •  Windersoot zn 
  •  Winderwedder zn 
  •  Winderweeze zn 
  •  Winderwind zn 
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.