Winkel
Niet te verwarren met: winkel |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Winkel (hulp, bestand)
Gelijkklinkende woorden
Woordafbreking
- Win·kel
enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
---|---|---|---|
naamwoord | Winkel | - | - |
verkleinwoord | - | - | - |
Eigennaam
Winkel m[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'Winkel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ rivieren genus op VRT Taalnet
Duits
Uitspraak
- IPA:
Woordafbreking
- Win·kel
Zelfstandig naamwoord
Winkel m
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | der Winkel | die Winkel |
genitief | des Winkels | der Winkele |
datief | dem Winkel | den Winkeln |
accusatief | den Winkel | die Winkel |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.