Zahnbürste

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Zahnbürste    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈʦaːn.bʏrstə /
Woordafbreking
  • Zahn·bürs·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Duitse zelfstandige naamwoorden Zahn en Bürste
enkelvoud meervoud
nominatief die Zahnbürstedie Zahnbürsten
genitief der Zahnbürsteder Zahnbürsten
datief der Zahnbürsteden Zahnbürsten
accusatief die Zahnbürstedie Zahnbürsten

Zelfstandig naamwoord

Zahnbürste, v

  1. (gereedschap) tandenborstel
    «Ich habe meine elektrische Zahnbürste zu Weihnachten 2015 gekauft.»
    Ik heb mijn elektrische tandenborstel rond de kerst 2015 gekocht.
Hyperoniemen
Typische woordcombinaties
  • elektrische Zahnbürste
elektrische tandenborstel
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.