aandeelhoudersdividend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aandeelhoudersdividend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈandelˌhɑudɛrzˌdiviˌdɛnt/ (7 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·deel·hou·ders·di·vi·dend
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aandeelhoudersdividend aandeelhoudersdividenden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetaandeelhoudersdividendo

  1. (financieel) winstuitkering aan de aandeelhouders van een onderneming
     Een centraal punt in het geschil is de eis van de vakbond om 1% van het aandeelhoudersdividend van de mijn te verdelen onder de werknemers, wat neerkomt op ongeveer $35.000 per werknemer.[1]
     Uit de jurisprudentie zijn bekend de gevallen van obligaties, waarop naast 4 % rente 10 % van de exploitatiewinst werd uitgekeerd, van obligaties, waarop naast 4 % rente evenveel percenten zouden worden uitgekeerd, als de aandeelhouders boven de vier percenten zouden ontvangen en van obligaties, waarop een gelijk percentage aan rente zou worden betaald, als het aandeelhoudersdividend zou bedragen.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord 'aandeelhoudersdividend' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron Gearchiveerde versie
    Ahmed Abdulazez Abdulkadir
    “Vakbondsstaking Escondida bedreigt koperproductie” (14 augustus 2024) op investing.com
  2. Weblink bron
    Soest, A.J. van & Peeters, J.B.J.
    “Inleiding tot de kennis van de inkomsten-, vermogens- en vennootschapsbelasting (in het bijzonder ten behoeve van het notarieel examen)” (1944), S. Gouda Quint/D. Brouwer en zoon, Arnhem, p. 257
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.