aanvalskoppel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanvalskoppel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaɱvɑlsˌkɔpəl/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·vals·kop·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanvalskoppel aanvalskoppels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetaanvalskoppelo

  1. (sport) (militair) groep van twee samenwerkende aanvallers
     Gomis, die transfervrij overstapt, gaat voorin een aanvalskoppel vormen met de Ivoriaan Wilfried Bony. De aanvaller speelde twaalf interlands voor 'Les Bleus', maar maakt geen deel uit van de huidige WK-selectie van coach Didier Deschamps.[1]
     Bondscoach Herrera kiest steeds voor het aanvalskoppel Oribe Peralta en Giovani Dos Santos. Heel lang stond Hernández droog in de nationale ploeg. Als invaller maakte hij maandag tegen Kroatië (3-1) voor het eerst in een jaar tijd weer eens een doelpunt voor 'El Tri'.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord aanvalskoppel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Franse spits Gomis naar Swansea” (27-06-2014), NOS
  2. Weblink bron “"Nederland is niet onoverwinnelijk"” (27-06-2014), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.