aanvrage
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanvrage (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱvraɣə / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·vra·ge
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan en vrage
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanvrage | aanvragen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de aanvrage v / m
- verzoek, vaak min of meer officieel
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanvragen |
aanvrage
- (in een bijzin) aanvoegende wijs van aanvragen
- ... dat men aanvrage.
Gangbaarheid
- Het woord aanvrage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanvrage" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
18 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.