aardbewoner
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aardbewoner (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aard·be·wo·ner
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aard en bewoner
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aardbewoner | aardbewoners |
verkleinwoord | aardbewonertje | aardbewonertjes |
Zelfstandig naamwoord
de aardbewoner m
- Bewoner van de planeet aarde
- ▸ ' 'Het lijkt allemaal zo onnodig! Als ze het maar aan haar man had verteld! Als Janine maar had geprobeerd werk te vinden om van te leven en zich niet had ingelaten met chantage! Als Lavinia zich maar niet het hoofd op hol had laten brengen door die kerel!' 'Als de wereld maar anders was en alle aardbewoners volmaakt, zou het leven eenvoudiger zijn, nietwaar?' Hij bekeek me met een meewarig lachje.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord aardbewoner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aardbewoner" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Victoria Holt“Een waaier van geluk” (1988), Saga, ISBN 9788726484939
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.