aardbol

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aardbol    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈardbɔl/ (2 lettergrepen); /ʔardbɔl/, /ʔartbɔl/
Woordafbreking
  • aard·bol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aardbol aardbollen
verkleinwoord aardbolletje aardbolletjes

Zelfstandig naamwoord

deaardbolm

  1. aarde
     Hij had van zichzelf de grootste hansworst op de aardbol gemaakt, maar hij zou zijn dochter en kleindochter houden.[1]
     36 David plantte vijgenbomen, citroenbomen, vuurdoorns en cactussen, appelbomen, en hij zaaide papavers, pompoenen en allerlei tropische bloemen, en alles 'vormde een volle, rommelige maar heerlijke jungle' met soorten uit 'vrijwel elke uithoek van de aardbol'.[2]
  2. globe
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aardbol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
  2. Lulu Miller
    “Waarom vissen niet bestaan” (2023), Lebowski Publishers , ISBN 9789048867325
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.