abschreiwe

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈapʃraivə /
Woordafbreking
  • ab·schrei·we
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging
tegenwoordige tijd, aantonende wijs, bedrijvende vorm
hele vervoeging zie abschreiwe/vervoeging
onbepaalde
wijs
abschreiwe
verleden
tijd
(er) hot abgeschriwwe
voltooid
deelwoord
abgschriwwe
enkelvoud meervoud
1e persoon ich schreib ab mir / mer schreiwe ab
2e persoon du schreibscht ab dihr / der
dihr / der
dihr / der
ihr / er
ihr / er
nihr / ner
schreibt ab
schreiwe ab
schreiwe ab
schreibt ab
schreiwe ab
schreiwe ab
3e persoonerschreibt absieschreiwe ab
sie schreibt ab
es schreibt ab

Werkwoord

abschreiwe

  1. overgankelijk overschrijven
  2. overgankelijk, (onderwijs) spieken
Verwante begrippen
  • [1]: Abschrift
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.