achterhuis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  achterhuis    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑxtɛrˌhœys/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ach·ter·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord achterhuis achterhuizen
verkleinwoord achterhuisje achterhuisjes

Zelfstandig naamwoord

hetachterhuiso

  1. (bouwkunde) een bouwsel dat achter een huis wordt gebouwd en daar ook mee in verbinding staat
    • Het achterhuis werd afgebroken. 
    • Anne Frank was ondergedoken in het achterhuis. 

Gangbaarheid

  • Het woord achterhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.