achternaam

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  achternaam    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑxtɛrˌnam/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ach·ter·naam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord achternaam achternamen
verkleinwoord achternaampje achternaampjes

Zelfstandig naamwoord

deachternaamm

  1. een naam die van geslacht op geslacht en indien gewenst door het huwelijk overgedragen wordt
    • Mijn achternaam is Coenders en dat is ook de achternaam van mijn dochters. 
    • In Nederland hebben mensen één achternaam, een of meer voornamen, een roepnaam en soms een meisjesnaam. 
     De volgende dag, gisteren dus, werd ik door meneer Montebello aan haar voorgesteld. Ze blijkt daadwerkelijk een dichteres te zijn. Ze heet Albane. Dat was haar voornaam, dan wel een soort artiestennaam. In elk geval achtte zij mij haar achternaam niet waardig.[1]
     En meer. . . ‘Marieke,’ fluisterde ze. De jonge vrouw van wie de verloofde in Griekenland in een hotel was verdronken. Een achternaam wilde haar niet te binnen schieten.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord achternaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.