achterrem

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  achterrem    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ach·ter·rem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord achterrem achterremmen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deachterremv/m

  1. een rem die de achterwielen langzamer laat ronddraaien
    • De politie is woensdagmiddag om 4 uur een ASO-controle gestart die eindigde rond zeven uur aan de Bergweg. Tijdens deze controle zijn in totaal 17 bekeuringen uitgeschreven voor onder andere te hoge snelheid, geen goed werkende achterrem, rijden over het trottoir, gladde banden en rijden over het fietspad.[2] 
    • Diens ploeggenoot en concurrent Lewis Hamilton viel uit door een probleem met de achterrem. De Brit raakte daardoor verder achterop in het WK-klassement. Titelverdediger Sebastian Vettel (Red Bull) werd derde op ruim 5 seconden van teammaat Ricciardo, die voor een enorm vreugdegehuil zorgde in het geplaagde Red Bull-kamp.[3] 
    • Het onderdeel remmen is eenvoudiger. Eerst alleen de achterrem, dan voor- en achter en vervolgens alleen op de voorrem. Vervolgens is het tijd om onze vaardigheden van het veld, in de praktijk uit te voeren. Terug naar het bos[4] 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord achterrem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.