afgod

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afgod    (hulp, bestand)
  • IPA: /'ɑfxɔt/, /'ɑfxodə(n)/
Woordafbreking
  • af·god
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afgod afgoden
verkleinwoord afgodje afgodjes

Zelfstandig naamwoord

deafgodm

  1. een andere god dan de ene God; een "valse" god
    • Gij zult geen afgoden vereren, maar Mij alleen aanbidden en boven alles beminnen. [4]
  2. iemand of iets wat als een god vereerd wordt
    • Zijn vrouw is zijn afgod. 
    • De beroemde voetballer is de afgod van veel kinderen. 
    • De auto is voor veel mannen hun afgod. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afgod staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.