afvalligheid

Nederlands

Uitspraak

Geluid: afvalligheid (hulp, bestand)

Woordafbreking

af·val·lig·heid

Woordherkomst en -opbouw

Afgeleid van afvallig met het achtervoegsel -heid.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	afvalligheid	afvalligheden
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de afvalligheid v

het ontrouw worden aan zijn geloof
- De afvalligheid van de man nam toe.

Verwante begrippen

afvallen

Vertalingen

1. het ontrouw worden aan zijn geloof

Afrikaans: afvalligheid ^(af)
Arabisch: ردة ^(ar) v, ارتداد ^(ar) m
Chinees: 變節 ^(zh), 变节 ^(zh), 叛教 ^(zh)
Duits: Abtrünnigkeit ^(de) v
Engels: apostasy ^(en)
Fins: luopuminen ^(fi), luopumus ^(fi)
Frans: apostasie ^(fr) v
Grieks: αποστασία ^(el) v
Italiaans: apostasia ^(it) v

Japans: 背信 ^(ja)
Koreaans: 배교 ^(ko)
Latijn: apostasia ^(la) v
Perzisch: ارتداد ^(fa)
Roemeens: apostazie ^(ro) v
Russisch: отступничество ^(ru) o
Spaans: apostasía ^(es) v
Tsjechisch: odpadlictví ^(cs) o
Zweeds: avfall ^(sv) o

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

Het woord afvalligheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.