aktiv

Duits

stellend vergrotend overtreffend
aktiv
aktiver
am aktivsten
alle verbuigingsvormen

Bijvoeglijk naamwoord

aktiv

  1. actief

Luxemburgs

Bijvoeglijk naamwoord

aktiv

  1. actief


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /aktɪf/, /aktiːf/
Woordafbreking
  • ak·tiv

Zelfstandig naamwoord

aktiv monbezield

  1. vergadering
Verbuiging
Verwante begrippen
  • aktivista v

Verwijzingen


    Zweeds

    Bijvoeglijk naamwoord

    aktiv

    1. actief
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.