ambassadeursvrouw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ambassadeursvrouw    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • am·bas·sa·deurs·vrouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ambassadeursvrouw ambassadeursvrouwen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deambassadeursvrouwv [1]

  1. de echtgenote van een ambassadeur of ambassadrice
     'Herman Van Rompuy verdient evenveel als Obama!’, roepen ze dan. Wel, dat is dan toch maar de kleine helft van de waarheid. Ik heb er de voorbije twee jaar een halftijdse job bij gekregen, waarvoor ik niets van ondersteuning krijg. Elke ambassadeursvrouw is beter af dan ik.'[2]
Opmerkingen
  • de term ambassadeursman in de betekenis van van de echtgenoot van de ambassadeur of ambassadrice is minder gebruikelijk

Gangbaarheid

  • Het woord ambassadeursvrouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Mevrouw Herman Van Rompuy: 'Voor Europa besta ik niet'” (Zaterdag 29 oktober 2011 om 05:00), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.