ansichtkaart

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ansichtkaart    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • an·sicht·kaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ansichtkaart ansichtkaarten
verkleinwoord ansichtkaartje ansichtkaartjes

Zelfstandig naamwoord

deansichtkaartv/m

  1. een postkaart met een afbeelding
    • Zullen we de familie een ansichtkaart vanaf Griekenland sturen? 
     Vanaf de brug had ik een uitzicht als een ansichtkaart met architectuur, water, gondels en klokkentorens.[1]
     Chantal zag dat er naast een stapeltje ansichtkaarten twee rode polsbandjes in het tasje lagen.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ansichtkaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.