appeltaart

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  appeltaart    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈapəlˌtart/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ap·pel·taart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord appeltaart appeltaarten
verkleinwoord appeltaartje appeltaartjes

Zelfstandig naamwoord

deappeltaartv/m

  1. (voeding) gebak gevuld met stukjes vruchten van de appelboom
    • Er was appeltaart en de kinderen droegen stukjes voor: er was een lunch en een passend cadeau.[3] 
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Spreekwoorden
  • zelfs in de lekkerste appeltaart zit wel een pit
op alles valt wel iets aan te merken
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord appeltaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.