arcibiskup
Slowaaks
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het zelfstandig naamwoord biskup met het voorvoegsel arci-.
Zelfstandig naamwoord
arcibiskup m
Afgeleide begrippen
- arcibiskupský
- arcibiskupstvo o
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /artsɪbɪskʊp/
Woordafbreking
- ar·ci·bi·s·kup
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het zelfstandig naamwoord biskup met het voorvoegsel arci-.
Zelfstandig naamwoord
arcibiskup m m
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
nominatief | arcibiskup | arcibiskupové | |
genitief | arcibiskupa | arcibiskupů | |
datief | korte vorm | arcibiskupu | arcibiskupům |
lange vorm | arcibiskupovi | ||
accusatief | arcibiskupa | arcibiskupy | |
vocatief | arcibiskupe | arcibiskupové | |
locatief | korte vorm | arcibiskupu | arcibiskupech |
lange vorm | arcibiskupovi | ||
instrumentalis | arcibiskupem | arcibiskupy |
Afgeleide begrippen
- arcibiskupovat
- arcibiskupský
- arcibiskupství o
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.