bà
Vietnamees
Zelfstandig naamwoord
bà
- grootmoeder: moeder van een van de ouders
- Cha mẹ không may mất sớm để lại đứa cháu thơ dại cho bà. – De ouders stierven jong en lieten hun kindjes aan de grootouders.
- bà nội – moeder van de vader
- bà ngoại – moeder van de moeder
- groottante: zus van een ouder of iemand van dezelfde generatie
- bà thím – groottante
- mevrouw: aanspreekvorm voor oudere vrouwen die men niet zo goed kent
- bà Nguyễn thị X – mevrouw Nguyen thi X
- bà chủ tịch xã – mevrouw de voorzitster
- Thưa quý ông, quý bà. – Dames en heren.
- bazige vrouw
Voornaamwoord
bà
- ik, jij, zij: persoonlijk voornaamwoord gebruikt voor en door een grootmoeder of groottante
- u, zij: beleefde manier om oudere vrouwen die men niet zo goed kent mee aan te spreken of om naar ze te refereren
- Bà chỉ hộ cháu đường ra ga. – Zou u me de weg naar het station kunnen wijzen?
Synoniemen
bà ấy (in 3de persoon), bà ta (in 3de persoon, minder respectvol)
Afgeleide begrippen
các bà, ông bà
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.