tulband

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tulband    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tul·band
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Turks, in de betekenis van ‘hoofddeksel’ voor het eerst aangetroffen in 1601 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord tulband tulbanden
verkleinwoord tulbandje tulbandjes

Zelfstandig naamwoord

detulbandm

  1. (hoofddeksel) om het hoofd gewikkeld doek gebruikt als hoofddeksel
  2. (voeding) taart in de vorm van een tulband
Hyponiemen
  • driekoningentulband
Afgeleide begrippen
  • tulbandgezwel, tulbandkalebas
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tulband staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.