oven

Niet te verwarren met: Oven

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oven    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈovə(n)/ (2 lettergrepen), /ovə/
Woordafbreking
  • oven
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oven ovens
verkleinwoord oventje oventjes

Zelfstandig naamwoord

deovenm

  1. (huishouden) (kookkunst) besloten ruimte die verhit wordt om er voorwerpen in te smelten, te bakken enz
    • U kunt de kant-en-klaarmaaltijd zo in de oven doen. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • ovenas
  • ovenbaksel
  • ovenbeest
  • ovenbekleding
  • ovenbestendig
  • ovenbestendige
  • ovenbouwer
  • ovenbrand
  • ovenbuur
  • ovenconstructie
  • ovencontroleur
  • ovendeksel
  • ovendeur
  • ovendweil
Verwante begrippen
Overerving en ontlening
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord oven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Indonesisch

Woordafbreking
  • oven
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

oven

  1. oven
Schrijfwijzen
Synoniemen

Sloveens

Zelfstandig naamwoord

oven m

  1. (evenhoevigen) schaap
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.