basalt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  basalt    (hulp, bestand)
  • IPA: /baˈzɑlt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ba·salt
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hard gesteente’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1778 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord basalt -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetbasalto

  1. (geologie) een mafisch vulkanisch stollingsgesteente dat gevormd wordt door de stolling van lava of magma
Schrijfwijzen
  • bazalt (tot 1996 ook toegestane vorm in de officiële spelling)
Opmerkingen
  • De meest gangbare spelling was altijd "basalt", zoals het in het Frans wordt geschreven. "Bazalt" werd door sommigen gebruikt omdat het beter overeenkomt met de feitelijke uitspraak in het Nederlands. Tot 1996 was die schrijfwijze ook toegelaten in de officiële spelling, maar was "basalt" de voorkeurspelling.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord basalt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.