beschaven

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beschaven    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈsxaːvə(n)/
Woordafbreking
  • be·scha·ven
Woordherkomst en -opbouw
  • [1] Leenvertaling van Frans polir (iets) polijsten, “glad maken”.
  • [2] De betekenis was oorspronkelijk beïnvloed door het figuurlijke gebruik van Frans polir verfijnen, opvoeden, later in de 16e eeuw (1568) ook als vertaling van Frans civiliser. [1]
  • Overgankelijke afleiding van schaven met het voorvoegsel be-.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beschaven
beschaafde
beschaafd
zwak -d volledig

Werkwoord

beschaven [2]

  1. overgankelijk met een schaaf glad maken
  2. overgankelijk (figuurlijk) tot een hoger peil van civilisatie brengen, civiliseren
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord beschaven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.