bewindsman

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bewindsman    (hulp, bestand)
  • IPA: /bə'wɪn(t)smɑn/
Woordafbreking
  • be·winds·man
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bewindsman bewindslieden
bewindslui
bewindsmannen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debewindsmanm

  1. (politiek) (beroep) een man die als minister of staatssecretaris deel uitmaakt van een regering
    • De bewindslieden konden het niet eens worden over de aanwezigheid van de troepen in Afghanistan. 
    • Er zou jarenlang voor gewaarschuwd zijn dat de GGD's onvoldoende voorbereid waren op een pandemie, maar met die informatie is niets gedaan. Maar dat gevaar werd door de kabinetten-Rutte onderschat, zeggen meerdere (ex-)GGD-directeuren tegen het AD. "Bewindslieden vonden onze waarschuwingen belachelijk. 'Infectieziekten zijn voorbij', zei een bewindsman me letterlijk", aldus ... [1] 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bewindsman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.