bezitsdrang

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezitsdrang    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·zits·drang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bezitsdrang
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debezitsdrangm

  1. de zucht om veel bezit te hebben of te vergaren
     Nee, Tsjechovs bezitsdrang moet zijn wortels elders hebben.[1]
     Maar de bezitsdrang van Chinezen is niet meer te stuiten. Veel echtparen scheiden nu, om onafhankelijk van elkaar te kunnen investeren in meerdere huizen en gaan daarna weer samenwonen.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bezitsdrang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact , ISBN 9789045024875
  2. Weblink bron
    Joan Veldkamp
    “Chinese huizenprijzen rijzen de pan uit” (08-03-2011), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.