bezoekersaantal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bezoekersaantal (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·zoe·kers·aan·tal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bezoeker zn en aantal zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bezoekersaantal | bezoekersaantallen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het bezoekersaantal o
- de hoeveelheid mensen die iets of iemand bezoekt
- ▸ Bezoekersaantal: De leiding van het Wereldmuseum wil het aantal bezoekers in een jaar tijd met 40 procent verhogen, maar volgens de raad is dat niet realistisch.[1]
- ▸ Ook in Rome valt er de laatste jaren weinig te vieren. Lazio Roma staat op de negende plaats met een achterstand van 37 punten. Bij Lazio duikt het bezoekersaantal dit seizoen regelmatig onder de 20.000.[2]
Gangbaarheid
- Het woord bezoekersaantal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Advies: Wereldmuseum Rotterdam moet samenwerken” (01-06-2016), NOS
- ↑ Weblink bron “Milaan en Rome kijken lijdzaam toe bij vijfde titel Juventus” (26-04-2016), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.