bijrijdersstoel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bijrijdersstoel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bij·rij·ders·stoel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bijrijder zn en stoel zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijrijdersstoel | bijrijdersstoelen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bijrijdersstoel m
- de autostoel rechtsvoor, naast de bestuurder van een auto
- ▸ De man zet de deuren open en laadt de koffers in. Wayne en Ruby gaan achterin zitten en Faye neemt plaats op de bijrijdersstoel. Hun chauffeur rijdt de standplaats af.[1]
- ▸ De agenten gaven de vrouw een stopteken op de nabijgelegen Coba Pulskenslaan. In de bijrijdersstoel zat nog een jonge vrouw, met naast haar een lachgasfles en gebruikte ballonnen. De bijrijdster gaf toe dat ze beiden lachgas hadden gebruikt. De bestuurster zei dat ze dat niet tijdens het rijden had gedaan.[2]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord bijrijdersstoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Carla de Jong“Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
- ↑ Weblink bron “Joyrijdster (19) zonder rijbewijs gepakt na lachgasgebruik” (06-01-2020), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.