bonusmoeder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bonusmoeder (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bo·nus·moe·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bonus zn en moeder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bonusmoeder | bonusmoeders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bonusmoeder v
- (eufemisme) latere levenspartner van vader dan de eigen moeder
- ▸ In deze Moederdagspecial zet Robert ten Brink moeders in het zonnetje. Onder hen Jetske, die haar kleinzoon uit Canada nog nooit heeft vastgehouden. En Debby wil haar bonusmoeder Ingrid bedanken voor haar lieve zorg.[1]
- ▸ Vandaag is het dubbel feest voor Juvat Westendorp, hij is dankbaar dat hij niet alleen een moeder, maar ook nog een bonusmoeder in zijn leven heeft.[2]
Synoniemen
- stiefmoeder, plusmoeder, bonusmama
Gangbaarheid
- Het woord 'bonusmoeder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Denise de Koning“Miljuschka krijgt poepende hond voor Moederdag en Royce voor tweede keer vader geworden” (14-05-2023), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.