boogschutter

Niet te verwarren met: Boogschutter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boogschutter    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈboxsxʏtər/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • boog·schut·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boogschutter boogschutters
verkleinwoord boogschuttertje boogschuttertjes

Zelfstandig naamwoord

deboogschutterm

  1. (sport) iemand die schiet met een boog
  2. (militair) (historisch) strijder die met pijl en boog vecht
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord boogschutter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.