boomgaard

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boomgaard    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbomɣart/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • boom·gaard
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘grond met vruchtbomen’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1]
  • samenstelling van  boom zn  en  gaard zn 
enkelvoud meervoud
naamwoord boomgaard boomgaarden
verkleinwoord boomgaardje boomgaardjes

Zelfstandig naamwoord

deboomgaardm

  1. een stuk grond met vruchtbomen
    • Het is prachtig in de lente met de boomgaard in bloei. 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord boomgaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.