boomklever

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boomklever    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbomklevər/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • boom·kle·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boomklever boomklevers
verkleinwoord boomklevertje boomklevertjes

Zelfstandig naamwoord

deboomkleverm

  1. (zangvogels) bepaald soort vogeltje, Sitta europaea , met een blauwe rugzijde en een oranjegele buikzijde dat bij het zoeken naar voedsel in de schorsspleten in de boomstam op en neer kan klimmen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord boomklever staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.