boomschorsvliegen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boomschorsvliegen    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • boom·schors·vlie·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boomschorsvliegen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deboomschorsvliegenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord boomschorsvlieg
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (tweevleugeligen) Megamerinidae  een familie uit de orde van de tweevleugeligen (Diptera), onderorde vliegen (Brachycera). Wereldwijd omvat deze familie zo'n 4 genera en 16 soorten. De volgende geslachten en soorten zijn bij de familie ingedeeld:
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)

Gangbaarheid

  • Het woord 'boomschorsvliegen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.