bote

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bote    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bo·te
Woordherkomst en -opbouw
  •  boot ww  met de uitgang -e

Werkwoord

vervoeging van
boten

bote

  1. aanvoegende wijs van boten

Gangbaarheid

  • Het woord bote staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Afrikaans

Zelfstandig naamwoord

bote mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord boot

Middelengels

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Oudfranse bote

Zelfstandig naamwoord

bote

  1. laars
Schrijfwijzen

Spaans

enkelvoud meervoud
bote botes

Zelfstandig naamwoord

bote m

  1. (scheepvaart) sloep

Werkwoord

vervoeging van
botar

bote

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van botar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van botar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van botar

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /bɔtɛ/
Woordafbreking
  • bo·te

Zelfstandig naamwoord

bote

  1. vocatief enkelvoud van bot
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.