boterbloem

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boterbloem    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbotərˌblum/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bo·ter·bloem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boterbloem boterbloemen
verkleinwoord boterbloempje
boterbloemetje
boterbloempjes
boterbloemetjes

Zelfstandig naamwoord

deboterbloemv

  1. (bloemplanten) een geslacht Ranunculus  van een aantal meestal overblijvende, kruidachtig planten met helder gele of soms witte bloemen uit de familie Ranunculaceae . Het geslacht omvat onder andere de boterbloemen en de waterranonkels. Afhankelijk van de taxonomische opvatting telt het tussen de 250 tot 600 soorten
    • Koeien houden niet van boterbloemen omdat zij een slechte smaak hebben en giftig zijn, hoewel ze gedroogd in hooi wel eetbaar zijn. 
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Hyponiemen
  • alpenboterbloem, haagboterbloem, kruipboterbloem, waterboterbloem
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord boterbloem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.