boterham

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boterham    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbotərhɑm/
Woordafbreking
  • bo·ter·ham
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boterham boterhammen
verkleinwoord boterhammetje boterhammetjes

Zelfstandig naamwoord

deboterhamv/m

  1. (voeding) snee brood
    • Zij smeert pindakaas op haar boterham. 
  2. (voeding) een snee brood als onder [1], met beleg [2]
    • In de pauze eet hij altijd precies één boterham. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord boterham staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.