bouwmateriaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bouwmateriaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bouw·ma·te·ri·aal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwmateriaal bouwmaterialen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetbouwmateriaalo

  1. (bouwkunde), (materiaalkunde) materiaal voor het bouwen van gebouwen, zoals hout, staal, beton, kalk of gips
Afgeleide begrippen
  • bouwmaterialenhandel

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord bouwmateriaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.