busskur

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈbʉs.skʉːɾ /
Woordafbreking
  • busskur
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 210415
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   busskur     busskuret     busskur     busskura
busskurene  
genitief   busskurs     busskurets     busskurs     busskuras
busskurenes  

Zelfstandig naamwoord

busskur, o

  1. (verkeer) abri, bushokje, wachthuisje
    «Det bør være i allmenn interesse å ha ha busskur som er i god stand.»
    Het zou in het algemeen belang moeten zijn bushokjes te hebben die in goede staat zijn.
Schrijfwijzen
  •  buss-skur zn 

Zelfstandig naamwoord

busskur

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van busskur

Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈbʉs.skʉːɾ /
Woordafbreking
  • busskur
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   busskur     busskuret     busskur     busskura  

Zelfstandig naamwoord

busskur, o

  1. (verkeer) abri, bushokje, wachthuisje
Schrijfwijzen
  •  buss-skur zn 

Zelfstandig naamwoord

busskur

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van busskur
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.